Diepdruk

Diepdruk is het omgekeerde van hoogdruk. Het diepdruk proces werkt met koperplaten of zinkplaten waarvoor het oppervlak voorzien is van groeven die zijn gemaakt door etsen, graveren, droge naaldm aquatint of mezzotint. Dit proces oefent een enorme druk uit op het papier. Het papier wordt in de groeven van het metaal gedrukt. Daarom moet diepdrukpapier heel sterk zijn. Daarnaast moet het kunnen worden bevochtigd. (Bevochtiging maakt het papier zachter en flexibel genoeg om de inkt in de fijnste groeven op te nemen.)
Elk papier kent een optimale bevochtiging; afhankelijk van de interne verlijming, dikte en soort vezel. Papier van katoen (langere vezels) moeten langer worden bevochtigd dan papier van cellulose, omdat houtvezels sneller opzwellen dat katoenvezels. Het is van belang om vast te stellen dat katoenen vezels, als ze drogen, hun vorm redelijk behouden. De "maatvastheid" is veel beter dan bij papier gemaakt van cellulose. (houtvezel)