Uitleg betreffende de "drie-weg-klep" van het hydraulisch aggregaat van de hydraulische degelpersen VPL-80x100.

Deze electrisch-hydraulische persen worden aangedreven door een electrische motor die een oliepomp aandrijft. De onder druk gebrachte olie gaat via een stalen leiding naar een hydraulische cilinder. Deze cilinder zorgt er voor dat de bovendegel omhoog en omlaag kan. Deze hydraulische cilinder wordt bestuurd door een "drie-weg-klep".

1. Als de machine is ingeschakeld is het verstandig om de hefboom die op de drie-weg-klep zit in de neutrale positie te zetten. (op de afbeeldingen hieronder; positie B).
2. De hydraulische pomp wordt ingeschakeld door het indrukken van een electrische schakelaar, die op de electrische motor gemonteerd is. Als de hefboom dan in de neutrale positie staat zal er niets gebeuren. Er zal alleen een trilling merkbaar zijn van het hydraulisch aggregaat. Dit is normaal.
3. Als de hefboom van de klep in "positie C" wordt gedraaid, zal de bovendegel langzaam naar beneden bewegen. Wees zeer voorzichtig. Kontroleer of er zich geen ongewenste objecten tussen de degels bevinden. Als er zich per ongeluk zulke objecten tussen de degels bevinden, kan dit leiden tot schade en misschien zelf verwondingen. De bovendegel zal naar beneden gaat totdat de drukvorm wordt bereikt. Als de drukvorm bereikt is zal de oliedruk in het systeem toenemen , zoals op de manometer kan worden afgelezen. De druk kan oplopen tot de maximum waarde van 700 bar. Op dat moment oefent de degel een drukkracht uit op de drukvorm van ongeveer 25.000,-- kg (25 ton). De druk kan niet hoger worden omdat vervolgens het overdrukventiel kan funktioneren. (Dit ventiel is op de afbeelding aangegeven.
   Dit overdrukventiel wordt ook gebruikt om de maximum werkdruk in te stellen. Bij een kleine afdruk heeft men minder drukkracht nodig dan bij een grote afdruk. Ook is de grootte van het in te inkten vlak van een drukvorm belangrijk; een "volvlak" zal meer druk vergen dat een lino-of houtsnede waarvan het meeste materiaal is weggesneden. Ook vergt een uit lood gezet stuk tekst relatief weinig drukkracht omdat het "zwart" maar ongeveer 10 a 20% uitmaakt van het totaaloppervlak.
   De benodigde drukkracht moet proefondervindelijk bij iedere nieuwe drukvorm worden vastgesteld. Vervolgens moet het "overdrukventiel" zo worden ingesteld dat bij iedere druk met deze bepaalde drukvorm, het ventiel bij de benodigde druk gaat overstromen. (De olie gaat dan weer rechtstreeks terug naar het olie- reservoir in het aggregaat.)
   Als de juiste druk eenmaal is ingesteld kan de hele oplage van de bepaalde prent gedrukt worden, zonder tussentijds de druk weer opnieuw in te stellen.
4. Als de degel de drukvorm heeft bereikt, en de druk is opgelopen tot de gewenste waarde, zal het overdrukventiel gaan werken. Op dat moment is het verstandig de hefboom van de drie-weg-klep naar de neutrale positie te draaien. In deze neutrale positie blijft het systeem op druk. Als namelijk het overdukventiel lang achter elkaar funktioneert, kan dit leiden tot verhitting van de hydraulische olie. In de neutrale positie zal de olie niet worden verhit. Voor de afdruk kan het somd beter zijn om de druk op de degel een paar seconden te handhaven. Door de klep een paar seconden in de neutrale positie te houden kan dit zonder risico.
5. Als de degel weer omhoog moet gaan, draai dan de hefboom van de klep langzaam naar positie A. Dit dient langzaam te gebeuren, zeker als er gewerkt wordt met hoge oliedruk. Als de druk te plotseling wegvalt in het systeem kan dat leiden tot een "schok" in de leiding. (vergelijkbaar met de schok in de waterleiding als de automatische kraan in een wasmachine gesloten wordt.) Dit is niet gevaarlijk, het is hoogstens onplezierig. (de manometer is gevuld met olie, juist om dit soort schokken op te kunnen vangen).
6. De degel zal omhoog gaan totdat de aanslag bereikt wordt. De aanslag wordt gevormd door 2 stuks schroefdraadstangen (M16), die boven de pers uitsteken. Deze stangen kunnen omhoog en omlaag gedraaid worden. Let er echter wel op dat voor beide draadstangen altijd dezelfde instelhoogte wordt gebruikt.
   Stel dat de drukvorm maar 3 cm dik is. Het is in dat geval niet logisch dat de degel helemaal omhoog gaat (maximale ruimte tussen de degels 12-14 cm). Met de twee schroefdraadstangen kan de opgaande beweging beperkt worden tot dat wat nodig is.